Named Pipes moet ingeschakeld zijn voor de instance
Named Pipes is een protocol welke gebruikers in staat stelt om verbinding te maken met de Microsoft SQL Server. Indien Named Pipes is uitgeschakeld voor de instance die u wilt gebruiken voor Mamut Business Software, kunt u het programma niet gebruiken in een installatie voor meerdere gebruikers. Bij een installatie voor één gebruiker, dus wanneer het programma en de database op dezelfde computer zijn geïnstalleerd en worden gebruikt, zal dit bericht een waarschuwing zijn. In dit geval hoeft u onderstaande handeling niet uit te voeren, maar wij raden u aan de stappen toch uit te voeren indien er een mogelijkheid is dat u het programma op een later moment op meerdere computers zult gaan gebruiken.®
Zo schakelt u Named Pipes in voor de instance:
-
Voltooi de installatie van Mamut Business Software, maar open het programma niet voor de wizard voor de eerste opstart.
-
Zodra de installatie is voltooid gaat u naar Start - Alle programma's - Microsoft SQL Server 2008 R2 - Configuration Tools - SQL Server Configuration Manager.
-
Open de groep SQL Server Network Configuration.
-
Klik op Protocols for MAMUT.
Let op! MAMUT is de standaardnaam voor de instance en wordt voorgesteld tijdens de installatie. Indien u een andere naam voor de instance hebt gekozen, moet u MAMUT vervangen met de door u gekozen naam. -
Klik met de rechtermuisknop op Named Pipes en selecteer Enable.
-
Klik op SQL Server Services.
-
Klik met de rechtermuisknop op SQL Server (MAMUT) en selecteer Start of Restart.
-
Sluit SQL Server Configuration Manager.
-
Open Windows Verkenner en blader naar het Mamut.ini-bestand. U vindt deze via het volgende pad:
In Windows Vista en ouder: C:\Documents and Settings\All Users\Public Mamut\Mamut.
In Windows 7 en nieuwer: C:\Users\Public\Public Mamut\Mamut. -
Open Mamut.ini en voeg de regel Server=(local) toe. Hebt u al een regel met Server=, voegt u (local) toe.
-
Sluit Mamut.ini en sla deze op.
Named Pipes is nu ingeschakeld voor de instance. U kunt het
programma starten en de wizard voor de eerste opstart uitvoeren.
Meer informatie:
De verificatiemodus moet ingesteld zijn op 'Gemengd'
Shared Memory moet ingeschakeld zijn voor de instance
De uitzonderingen moeten correct in de Windows Firewall worden gedefinieerd
De service SQL Browser moet actief zijn voor de instance
Het bestand sqlservr.exe is niet gevonden voor de instance
De service SQL server moet actief zijn voor de instance