Boekstuksjablonen aanmaken/bewerken - Boekstukregels aanmaken



Boekstuksjablonen kunnen aangemaakt en bewerkt worden met behulp van een wizard die u door alle noodzakelijke instellingen leidt.

De laatste stap van de wizard voor boekstuksjablonen is het definiëren van de boekstukken zelf. U kunt u de invoerwaarde, die u in het vorige venster heeft gedefinieerd, op elke boekstukregel plaatsen. U kunt ook voor elke boekstukregel een vaste waarde aangeven wanneer u geen gebruik wenst te maken van het invoervenster.

Bij geperiodiseerde boekstuksjablonen is het noodzakelijk een apart boekstuk te definiëren voor elke periodieke transactie. Uit de afrollijst rechtsboven kunt u een keuze maken uit de periodes en boekstukregels aanmaken voor elke periode.

Indien het u niet geheel duidelijk is welke invoerwaarden u moet gebruiken voor het boekstuk, kunt u eerst een boekstukregel aanmaken, vervolgens op Terug klikken om invoerwaarden al werkend tijdens de invoer in te geven.

Zo maakt u boekstukregels aan

  1. Klik op Nieuw om een nieuwe boekstukregel aan te maken.

  2. Geef de waarden aan voor elke kolom van de boekstukregel in het regelvenster.

  3. Herhaal de bewerking tot u alle boekstukregels die in het boekstuk moeten worden opgenomen heeft aangemaakt.

  4. Bij periodieke boekstuksjablonen wordt verwacht dat u meerdere boekstukken aanmaakt.
    U selecteert de verschillende periodes uit de afrollijst rechtsboven in het venster.

    Let erop dat alle boekstukken in balans zijn en dat alle bedragen zodanig verdeeld zijn dat transacties op tussenrekeningen zijn weggeboekt na een eventuele periode.

  5. Klik op Voltooien om de sjabloon op te slaan.

De sjabloon kan nu voor bij het inboeken gebruikt worden.

Veldbeschrijving

Ieder veld in een boekstukregel kan een vast waarde (die altijd hetzelfde is bij het gebruik van de betreffende boekstuksjabloon) of een variabele waarde uit het invoervenster bevatten. De variabele waarden worden  in het veld ingelezen doordat u tussen haakjes een waardeomschrijving aangeeft, namelijk: <Waardeomschrijving>.

Wanneer u Formule kiest dient u een eigen venster te openen waarin u de berekening kunt definiëren. Positieve of negatieve bedragen bepalen de plaats aan de debet- of creditzijde. Positieve bedragen worden debet geboekt en de negatieve bedragen credit. Meer informatie over formules in boekstuksjablonen vindt u hier.


Stappen in de wizard: