Zo installeert u: Server


Wij raden u aan als volgt te installeren:

Zo installeert u een serverinstallatie vanaf CD

De serverinstallatie dient uitgevoerd te worden op de computer dat als server zal fungeren.

Let op! U dient alle andere programma's af te sluiten voor u de installatie begint. De programmabestanden kunnen via de CD, of via een download van onze website www.mamut.nl/download te worden geïnstalleerd.

1  Start:

Plaats uw Mamut-CD in uw CD/DVD-speler.
 

Wanneer er na 10 seconden niets gebeurt kunt u het bestand handmatig openen door te gaan naar het Start-menu i Windows® en Uitvoeren (Run) te kiezen.

 

Type ”X:\Setup” (Verwissel de X met de naam van uw CD-Romspeler).

 

Het menu wordt geopend.

-- of --

Indien u het programma via een download van onze website installeert, kunt u de taal kiezen en doorgaan bij stap 5 hieronder.

 

2  Kies land: 

Kies als land Nederland.

 

Het programma is beschikbaar in versies voor een reeks andere landen in Europa.

 

3  Welkom: 

Selecteer Mamut-programma installeren bij Installatie.
 

4  Selecteer het te installeren programma:

Kies het programma volgens uw licentie.

 

Mamut Business Software bereidt automatisch het installatieprogramma InstallShield Wizard voor, dat u door de installatie zal leiden.

 

Dit proces kan enige tijd in beslag nemen.

 

5  InstallShield Wizard voltooid: 

Klik op Voltooien.

 

U krijgt vervolgens de installatie-wizard van Mamut Business Software te zien.

 

6  Welkom: 

Klik op Volgende in het Welkom-venster.



 

7  Gebruikersovereenkomst:

De gebruiksvoorwaarden moeten geaccepteerd worden voordat de installatie kan worden voltooid.

 

Indien u wenst door te gaan, dient u Ik accepteer de voorwaarden van de gebruiksvoorwaarden aan te vinken en vervolgens op Volgende te klikken.

 

8  Selecteer type installatie:

In het volgende venster kiest u als installatietype Server.

Geavanceerde instellingen: Selecteer deze optie indien u handmatig de database-instellingen wenst te configureren of het pad voor de programma- en/of databasebestanden wenst aan te passen. De geavanceerde instellingen worden in de stappen 9a, 9b en 9c hieronder beschreven.

Wij raden u aan de standaardwaarden te gebruiken.

 

U kunt verder gaan bij Stap 10 indien u de geavanceerde instellingen niet wenst te wijzigen.

 

Klik op Volgende om verder te gaan. 

 

9a  Databaseserver gevonden: 

Indien het systeem één of meerdere SQL Server® databases op uw computer vindt, kunt u hier de server kiezen.
 

Het systeem stelt voor om een nieuwe database instance met de naam <MAMUT> te installeren. Wij raden u aan deze te kiezen.

 

Een andere optie is om een bestaande instance te kiezen.

 

Klik op Volgende en ga verder naar stap 9c - Geavanceerde instellingen.

 

9b  Installeer een nieuwe databaseserver

Indien het systeem geen SQL Server® database vindt, zal de installatie er één creëren. Het systeem stelt voor om een nieuwe database instance met de naam <MAMUT> te installeren. Wij raden u aan deze te kiezen.

Een andere optie is om zelf een naam voor de instance te kiezen door deze in het scherm Instance te typen. Het gebruik van spaties of tekens in de databasenaam is niet mogelijk.
 

Klik op Volgende en ga verder naar stap 9c - Geavanceerde instellingen.

 

 

9c Geavanceerde instellingen

Indien u de optie Geavanceerde instellingen heeft gekozen in het vorige venster, kunt u onder andere de paden voor de programma- en databasebestanden aanpassen. Wij raden u aan om de standaardwaarden te gebruiken.

Klik op de knop naast de Programmabestanden of Databasebestanden om naar de locatie waar u deze bestanden wenst te installeren te bladeren. Klik OK.

Standaardpad: Klik op deze knop indien u terug wenst te gaan naar het standaardpad.

Let op! De programmabestanden dienen op elke computer waar het programma zal worden gebruikt geïnstalleerd te worden. De programma- en databasebestanden kunnen niet op de volgende locaties worden geïnstalleerd: mapped drives, netwerklocaties (UNC bestandspaden), USB-sticks of gecomprimeerde mappen.

Klik op Volgende en ga verder met stap 10.

10  Begin de installatie:   

De laatste stap van de wizard geeft een overzicht weer van de locatie waarnaar de programmabestanden zullen worden geïnstalleerd, welke Databaseserver er gebruikt zal worden en waar de databasebestanden gevonden kunnen worden.

Klik op Installeren om de installatie te beginnen of klik op Terug indien u deze instellingen wenst te wijzigen.

Het systeem controleert of u programma's open heeft, die dienen te worden afgesloten.

Sluit de programma's en klik op Opnieuw indien u hierover een melding krijgt.

 

11 Programma installeren: 

Het programma gebruikt Microsoft® SQL Server® database software. Indien u niet reeds een Microsoft SQL Server versie heeft geïnstalleerd, dan zal de installatie-wizard de gratis versie Microsoft SQL Server 2005 Express editie installeren.

Meer informatie over databases vindt u
hier.

 

Nu wordt uw Mamut-systeem geïnstalleerd en de programmabestanden worden gekopieerd naar de locatie die u gekozen hebt.

 

Dit proces kan enige tijd in beslag nemen. Het is belangrijk dat u dit niet afbreekt.

 

12 Installatie-wizard voltooid:

Vink Kopieer installatiebestanden voor clientinstallatie aan indien u installatiebestanden wilt creëren.

 

Deze installatiebestanden kunnen later gebruikt worden door andere gebruikers die het programma gaan installeren. De bestanden zullen de installatie voor deze gebruikers vereenvoudigen, en u als systeembeheerder kan van tevoren de waarden definiëren. De gebruikers zullen ook direct aan de server en instance gekoppeld worden. 

Let op! Overige gebruikers hebben geen CD nodig om het programma te installeren, zij kunnen het programma vanuit de map installeren. Vergeet niet dat u bij Kopieer naar, een locatie in het netwerk dient te kiezen waartoe de gebruiker toegang heeft.

13 Installatiebestanden aanmaken 

Indien u hierboven hebt gekozen voor het aanmaken van installatiebestanden, dan kunt u de instellingen voor de installatiebestanden hier invoeren. De gebruikers kunnen de keuzes niet wijzigen.

In het veld Kies bestandpad voor clientinstallatie, kiest u in welke map gebruikers de programmabestanden zullen installeren.

Klik op Uitvoeren. De installatiebestanden worden aangemaakt.

 

14 De installatiebestanden zijn aangemaakt 

Klik op OK om verder te gaan

 

Wij raden u aan uw computer opnieuw op te starten voor u verder gaat. 

15 Gedeelde toegang tot het documentgebied:

U hebt nu gedeelde toegang tot het documentgebied.

 

Standaard is het documentgebied als volgt opgeslagen:
Windows XP
®: C:\Documents & Settings\AlleGebruikers\Public Mamut\Mamut.
Windows Vista® en Windows 7®
: C:\Gebruikers\Openbaar\Public Mamut\Mamut.

 

Deel de map <Mamut>.

U kunt eventueel tot stap 18 hieronder wachten voordat u gedeelde toegang heeft tot het documentgebied.

 

Meer informatie over de gedeelde toegang tot de documentlocatie vindt u hier.

 

16 Start het programma:

Start Mamut Business Software via de snelkoppeling op uw bureaublad of via het Start-menu

 

Hiermee wordt de wizard voor de eerste keer opgestart.


 

17 Selecteer versie:  

Selecteer Registratie volledige versie.

 

Indien u uw licentienummer niet bij de hand hebt, kunt de evaluatieversie installeren en het licentienummer later invoeren.

 

Klik op Volgende.

 

18 Documentgebied: 

Het documentgebied wordt door het systeem gebruikt om documenten, foto’s, rapporten en andere bestanden op te slaan die geen deel uitmaken van de database.

Meer informatie over de documentlocatie vindt u hier.

 

Het netwerkpad dat u opgeeft dient een netwerkpad te zijn, bijvoorbeeld: \\SERVERNAVN\MAMUT. Voor dit voorbeeld dient de map  <Mamut> gedeelte toegang in het netwerk te hebben.

 

Meer informatie over gedeelde toegang tot de documentlocaties vindt u hier.

 

Klik op Volgende wanneer u de voorgestelde locatie wilt gebruiken. Klik op Bladeren indien u een andere locatie wenst op te geven. Klik daarna op Volgende.

Database
: Server en Instance worden automatisch aangemaakt.Meer informatie over databases vindt u hier.

19 Gebruikersprofiel maken: 

Voer Volledige naam, Gebruikersnaam en Wachtwoord in. Dit wordt uw gebruikersprofiel in het systeem. Onthoud uw gebruikersnaam en wachtwoord. Gebruik geen spaties of een punt in uw gebruikersnaam en wachtwoord.

Meer informatie over gebruikersnaam en wachtwoord vindt u hier.

20 Bedrijfsgegevens registreren: 

Hier vult u al de registratieinformatie in over uzelf en uw bedrijf. In het veld Licentienummer voert u het ontvangen licentienummer in.

Tip!
Het licentienummer kan geschreven worden met kleine letters of met hoofdletters. Heeft u het teken <0> in het licentienummer, dan is dit het getal 0 en niet de letter O.

Meer informatie over de licentie vindt u hier.

 

21 Een nieuwe bedrijfsdatabase aanmaken:

Wanneer u een bedrijfsdatabase aanmaakt, kunt u ervoor kiezen om dit te doen met behulp van een wizard, die u helpt met de meest centrale instellingen. Vink Nee, dank u ... aan indien u geen hulp hierbij wenst.

Meer informatie over het aanmaken van een nieuwe bedrijfsdatabase vindt u
hier..
 

22 Bedrijfsinstellingen:

Indien u in de stap hierboven hebt gekozen om de wizard voor het aanmaken van een nieuwe bedrijfsdatabase niet te gebruiken, voert u nu de gegevens in over uw bedrijf in het venster bedrijfsinstellingen vóór u de opstart voltooit.

 

Indien u afwijkende boekjaren gebruikt, kunt u de startmaand voor het boekjaar wijzigen.

 

Klik op Voltooien. Dit proces kan enige tijd in beslag nemen.
 

23 Aanmelden: 

Meld u aan met de gebruikersnaam en het wachtwoord, die u van de systeembeheerder heeft ontvangen en klik op OK.

 

Klaar:

Het systeem is nu ingesteld, u heeft zich aangemeld en u kunt het programma beginnen te gebruiken.

Indien u uw licentienummer niet bij de hand hebt, kunt de evaluatieversie installeren en het licentienummer later invoeren. Lees meer over Gebruikersadministratie.

.Lees meer over hoe u Aan de slag kunt gaan.

Tip! Wanneer de overige gebruikers het programma lokaal gaan installeren dient u hen van de volgende informatie te voorzien:

- Van waaruit zal de installatie plaatsvinden, een map met installatiebestanden op de server of vanaf een CD.
- De databaseserver in het netwerk waarmee zij connectie dienen te maken.
- De gebruikersnaam en wachtwoord waarmee zij zich kunnen aanmelden.


Meer informatie:

Over de programmainstallatie

De documentlocatie delen

Installeren van bestanden

Over databases