Gebruikersinstellingen voor Rapporten
Beheer - Instellingen - Gebruiker - Module-instellingen - Rapporten
Elke gebruiker van het systeem kan eigen afdrukmedia en standaardprinters definiëren bij het afdrukken van de verschillende rapporten. De instellingen gelden voor de individuele gebruiker en volgen de gebruiker, onafhankelijk vanaf welke computer deze zich bij het systeem aanmeldt.
Tabblad Rapporten
Afdrukmedium: Selecteer het standaard afdrukmedium voor alle rapporten die vanuit de rapportmodule worden afgedrukt. Meer informatie vindt u in Over de rapportmodule. Dit kan bijvoorbeeld Afdrukvoorbeeld, Printer of PDF zijn. In de meeste gevallen kunt u de keuze die u hier aangeeft overschrijven.
Afdrukmedium voor order/factuur: Selecteer het standaard afdrukmedium voor order- en factuurrapporten die vanuit de module Order/Factuur worden afgedrukt (via de knop Afdrukken in de werkbalk). Meer informatie vindt u in Over Order/Factuur.Naast Afdrukvoorbeeld, Printer of PDF kunt u hier de optie Overbrengen van relatie kiezen. Indien u deze optie selecteert, zal het afdrukmedium dat bij de relatie is ingesteld, worden gebruikt bij het afdrukken van order- en factuurrapporten.
Standaard rapportsoort: Geef het soort rapport aan welke standaard in de rapportmodule wordt gebruikt. Meer informatie over Bedrijfsdatabaserapporten en Systeemrapporten vindt u in Over de rapportmodule.
Formaat van bijlage bij e-mail: Bij het afdrukken naar e-mail kunt u voor de bijlage een keuze maken uit de volgende formaten: HTML, PDF of RTF.
Naar printer kopiëren tijdens afdrukken e-mail/fax: Selecteer deze optie indien u naast de e-mail/fax een afgedrukte kopie wenst.
Activiteit maken tijdens afdrukken e-mail/fax: Selecteer deze optie indien u wenst dat een activiteit wordt aangemaakt voor elke e-mail of fax die u verstuurt.
Instellingen in rapportmodule weergeven: Selecteer deze optie indien u de genoemde instellingen in de rapportenmodule wenst weer te geven. De instellingen die u in dit venster selecteert zullen standaard zijn geselecteerd in de rapportenmodule. U kunt deze echter per rapport wijzigen. U kunt aangeven dat u de Titel details, Voettekst en/of Voorblad op rapporten wilt weergeven. Kies Printer selecteren indien u per rapport een printer wenst te selecteren.
In Mamut Business Software zijn drie niveau's van printerinstellingen aanwezig. Daarnaast is het in de meeste modules mogelijk om de gewenste printer te selecteren.
- Niveau 1: Indien er geen speciale printerinstellingen zijn ingevoerd, wordt de standaardprinter van Windows (Terminal/Citrix-sessie) gebruikt. ®
- Niveau 2: Overschrijft de standaardprinter in Windows. De printerinstellingen kunnen per gebruiker, in de gebruikersinstellingen voor rapporten in Mamut Business Software, worden ingesteld. Dit wordt opgeslagen in het bestand user.xml. Hierin worden ook alle andere gebruikersinstellingen opgeslagen. Het nadeel hiervan is dat de volledige printernaam, met sessie-id en computernaam, wordt opgeslagen. Deze instellingen zal daarom niet werken indien de gebruiker een nieuwe sessie-id krijgt of zich aanmeldt vanaf een andere computer.
- Niveau 3: De printerinstellingen die direct in de rapporten worden aangegeven overschrijven alle andere printerinstellingen. Hiermee slaat u gedetailleerde instellingen op over de naam, stuurprogramma, lade et cetera in het rapport zelf op. Indien u de instellingen aangeeft in het rapport relatielijst, kan dit worden gekopieerd naar alle andere rapporten die in gebruik zijn. Aangezien de rapporten in de database worden opgeslagen, zullen de instellingen die hier worden ingesteld alleen voor deze klant gelden. Het kan echter onpraktisch zijn voor een ASP-leverancier om de printers van de klant te gebruiken aangezien deze per gebruiker van naam kunnen verschillen.
Vanuit de meeste modules kunt u daarnaast de instellingen overschrijven door de optie "Printer selecteren" te selecteren bij het afdrukken. Deze instelling geldt één keer.
Meer informatie: